Service Menu
Our Services
Wortelkanaalbehandeling
Waarom een wortelkanaalbehandeling?
Tanden en kiezen bestaan uit een kroon en een wortel. De kroon is het deel
dat boven het tandvlees zichtbaar is. De wortel zit daaronder in de kaak
verankerd.
In iedere wortel zit een kanaal: het wortelkanaal. Dit is gevuld met levend
weefsel, de pulpa. Dit weefsel bestaat uit bindweefsel, zenuwvezels en kleine
bloedvaten.
Als een tand of kies aangetast wordt door tandbederf (cariës) of door een val,
kunnen er bacteriën bij het wortelkanaal komen. Daardoor raakt de zenuw
ontstoken en kan uiteindelijk afsterven. Een ontstoken pulpa is vaak pijnlijk,
maar soms geeft de ontsteking geen klachten. Door de infectie van het
wortelkanaal ontstaat er ook een ontsteking in het kaakbot direct rondom de
wortel. Op een röntgenfoto is zo’n ontsteking vaak goed te zien.
Een ontstoken zenuw en een ontsteking in het kaakbot zijn niet alleen pijnlijk,
maar leveren ook een gevaar voor tand of kies op. Daarom zal de tandarts
een wortelkanaalbehandeling uitvoeren.
Hoe verloopt een wortelkanaalbehandeling?
Tijdens de wortelkanaalbehandeling wordt het wortelkanalenstelsel helemaal
schoongemaakt en gevuld.
De behandeling bestaat uit de volgende stappen:
1. Röntgenfoto’s maken
Voor de wortelkanaalbehandeling worden er één of meerdere
röntgenfoto’s gemaakt van de tand of kies. Daarop is te zien hoeveel
wortels en wortelkanalen er zijn en hoe ze eruitzien. Tijdens de
behandeling zal de tandarts opnieuw röntgenfoto’s maken om het
verloop van de behandeling te kunnen controleren.
2. Verdoven
Een wortelkanaalbehandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving.
Als de zenuw helemaal afgestorven is, is een verdoving niet altijd
nodig.
3. Rubberdam aanbrengen
Een rubberdam is een lapje van latex, of voor mensen met een
latexallergie van ander materiaal. Daarmee wordt de tand of kies
afgescheiden van de mondholte. Zo kunnen bacteriën in het speeksel
niet meer bij de tand of kies komen. Ook beschermt de rubberdam de
mondholte tegen spoelmiddelen en kleine instrumenten die de
tandarts tijdens de behandeling gebruikt. (In de tarievenlijst wordt de
rubberdam ‘cofferdam’ genoemd).
4. Tand of kies openmaken
De tandarts maakt het wortelkanaal toegankelijk. Daarvoor maakt de
tandarts een kleine opening in de tand of kies. Als de zenuw
ontstoken is, wordt het ontstoken weefsel eruit gehaald.
5. Wortelkanalen schoonmaken
Een tand heeft meestal één wortelkanaal. Een kies heeft er
meerdere. Als de kanalen gevonden zijn en toegankelijk zijn
gemaakt, worden ze met een handvijltje of een roterende vijl iets
breder gemaakt. Dit is nodig om ruimte te maken voor het
spoelmiddel. Zo worden de kanalen goed schoon.
6. Wortelkanalen vullen
Na het reinigen en drogen van de kanalen worden ze gevuld. Ook
moet het zichtbare gedeelte (de kroon) gevuld worden met
vulmateriaal. Als alleen vulmateriaal niet voldoende is of als het niet
kan worden gebruikt, komt er een kroon op de tand of kies. Die wordt
door een tandtechnieker gemaakt. Daarmee wordt de kans klein dat
de kanalen opnieuw ontstoken kunnen raken.
Wat gebeurt er na de wortelkanaalbehandeling?
Over het algemeen is er na de behandeling vrijwel geen napijn. Soms moet u
na de behandeling met uw eigen tandarts een afspraak maken , omdat uw
tandarts het zichtbare gedeelte van de tand of kies nog moet afwerken, al dan
niet met een kroon. Meestal moet u na een jaar terugkomen op controle. Dan
maakt de tandarts een röntgenfoto om te zien of de ontsteking in het kaakbot
direct rondom de wortel goed genezen is.